you're reading...
Geothermie, Wetenschap & Maatschappij, wetenschapscommunicatie

Gronings déjà vu …

Op donderdag 20 december 2018 suggereerde een tweep me dat ik toch maar eens de webstek van de Koninklijke Sterrenwacht van België met de ‘recente aardbevingen‘ moest raadplegen … wat ik dan ook deed. Stoemelings ontdekte ik dat er twee dagen vroeger, op dinsdag 18 december 2018, twee aardbevingen geregistreerd waren in de directe omgeving van Dessel. Onmiddellijk werd duidelijk waarom die tweep me naar die webstek gelokt had.

Dessel is immers niet gelegen in het meest seismotektonisch actieve gebied van België, de Roerdalslenk in Noordoost-Limburg. Aardbevingen verwacht je in Dessel dan ook niet direct, al vallen ze natuurlijk nooit uit te sluiten. Wat wel onmiddellijk opviel aan de twee kleine aardbevingen, met een magnitude van respectievelijk M0.9 en M1.2, was dat ze zich niet alleen voordeden in hetzelfde gebied, maar ook op een vergelijkbare diepte en in een tijdspanne van minder dan twee uur. Bovendien waren de aardbevingshaarden – of hypocentra – van beide aardbevingen relatief ondiep, op ongeveer 5 km diepte. Doorgaans verwacht je ‘natuurlijke’ aardbevingen veel dieper (meer dan 10 km diepte).

De conclusie lag dan ook snel voor de hand: de twee kleine aardbevingen in Dessel zijn hoogstwaarschijnlijk geïnduceerde aardbevingen geassocieerd met de geothermiecentrale Balmatt te Dessel. Deze geothermiecentrale is immers recent opgestart. Alles wijst erop dat de twee aardbevingen zich hebben voorgedaan op breuken die het geothermisch reservoir doorsnijden onder het doublet (zie ook ‘Nu ook geïnduceerde aardbevingen in Vlaanderen’).

Balmatt02

Op deze figuur is een doorsnede (tussen 1000 en 5000 m diepte) te zien ter hoogte van de Balmatt-site. Het geothermische reservoir bevindt zich in de kalkstenen van het Carboon onder de rode lijn. Het reservoir is doorsneden door een aantal breuken (blauw). Mogelijk hebben de aardbevingen zich voorgedaan op de breuk onder de Balmatt-site (zie rode ster). De productieput (MOL-GT-01-S1) en injectieput (MOL-GT-02) zijn aangeduid met rode stippellijnen. (figuur uit Bos & Laenen 2017. Development of the first deep geothermal doublet in the Campine Basin of Belgium. European Geologist)

 

Dat er mogelijk ooit aardbevingen zouden geïnduceerd worden eenmaal de geothermiecentrale in productie zou gaan, dat zou mij niet verwonderd hebben. Maar toch was ik nu verrast, enerzijds omdat zo snel na de opstart van de geothermiecentrale al aardbevingen geïnduceerd werden, en anderzijds dat er zich al meteen een M1+ aardbeving voordeed. Hieruit kan je volgens mij alleen maar concluderen dat de breuken in de diepe ondergrond in de Kempen kritisch gespannen zijn. Dat wil zeggen dat ze niet al te veel verstoring nodig hebben om door te bewegen en aardbevingen te veroorzaken. Mijns inziens een niet te onderschatten kopbreker voor al wie bezig is met diepe geothermie in de Kempen!

Er is zeker geen reden tot paniek. Maar business as usual lijkt me nu ook niet meer aan de orde. Er zal zeer omslachtig moeten omgegaan worden met productie en injectie om zoveel mogelijk de seismische activiteit onder controle te proberen houden. Microseismische activiteit (ttz. aardbevingen met een magnitude kleiner dan M2.0) lijkt me echter onvermijdelijk. Maar zoals ik al melde in mijn vorige blogpost hierover (zie ‘Nu ook geïnduceerde aardbevingen in Vlaanderen’), kan die microseismiciteit net een bondgenoot worden om het gedrag van het geothermische reservoir proberen te doorgronden. Maar gezien de diepe ondergrond kritisch gespannen lijkt, lijkt me nu de grote uitdaging te zorgen dat voelbare aardbevingen, of zelfs aardbevingen die mogelijk beperkte schade kunnen veroorzaken (bv. scheuren in muren), voorkomen worden. Maak ik de vergelijking met Groningen, dan denk ik aan aardbevingen met een magnitude van M1.8 à M2.0. Misschien moet nu maar eens op de pauzeknop gedrukt worden en de geothermiecentrale pas terug opstarten eenmaal wetenschappelijk onderzoek wat meer vat krijgt op wat er écht gaande is in en rond het geothermische reservoir. Tenslotte, ook zwaardere aardbevingen, niettegenstaande de kans ontzettend klein is, vallen niet meer voor 100% uit te sluiten.

Dat wetenschappelijk onderzoek moet ook resulteren in een meet- en regelprotocol – ook wel traffic light system genoemd – dat er net moet voor zorgen dat de geïnduceerde seismische activiteit niet uit de hand loopt en aanleiding geeft tot voelbare en/of schadeveroorzakende aardbevingen. Zonder grondige kennis van het seismische gedrag van het geothermisch reservoir, is elk meet- en regelprotocol nattevingerwerk. Als ik dan lees dat “zolang de bevingen onder de M1.5 blijven, er niks aan de hand is” (Gazet van Antwerpen, 24 december 2018), en dat er pas actie wordt ondernomen “mocht het daar in de buurt komen” (Gazet van Antwerpen, 24 december 2018), dan vrees ik dat het meet- en regelprotocol (als we het zo mogen noemen) dat het VITO nu hanteert, niet scherp genoeg is om te vermijden dat voelbare en/of schadeveroorzakende aardbevingen zich ooit zouden kunnen voordoen. Maar dat is (hopelijk ooit eens) onderwerp van een wetenschappelijke discussie.

Gronings déjà vu

Om mijn eigen analyse van de situatie te staven, ging ik vervolgens op zoek naar wat extra duiding over de twee aardbevingen rond de Balmatt-site. Ook op de Balmatt-webstek van het VITO. Tevergeefs. De aardbevingen bleven ook onder de radar van de media. Ik achtte het dan ook mijn academische plicht om via een twitterdraadje mijn volgers, en dus mogelijk het brede publiek, toch enige duiding te geven rond deze twee geïnduceerde aardbevingen. Marc Helsen van de Gazet van Antwerpen pikte het twitterdraadje op en maakte er een artikel van onder de titel Het rommelt onder de Balmatt- en SCK-sites. Op kerstmis nam De Standaard het online over onder de titel Professor ongerust over aardbevingen in ons land: gevolg van oppompen van grondwater?.

Bij het lezen van de reacties van de woordvoerder van het VITO verslikte ik me toch even in mijn koffie. Ik kreeg plots een Gronings déjà vu. Ik kon niet anders dan terugdenken aan de reactie van de woordvoerder van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) in 1986 (32 jaar geleden!) toen een onafhankelijk aardwetenschapper, woonachtig te Assen, de M2.8 aardbeving die Assen toen trof op tweede kerstdag in verband bracht met de gaswinning. De woordvoerder had het toen over “flauwekul” en verwees de suggestie van een geïnduceerde aardbeving “naar het rijk der fabelen”.

“Zulke aardbevingen stellen niks voor en veroorzaken geen schade”, lees ik in de krant. Inderdaad, post-factum stellen dergelijke kleine aardbevingen niks voor, en ja, schade veroorzaken ze ook niet. Maar dat is eigenlijk naast de kwestie. Deze kleine aardbevingen, zo snel na de opstart van de geothermiecentrale, stellen immers wel iets voor. Ze houden immers een duidelijke waarschuwing in dat een proactieve en wetenschappelijke gefundeerde aanpak van de seismiciteit de enige weg is om te vermijden dat we in Groningse toestanden (zie verder) terechtkomen. Dit aardse signaal minimaliseren, is een zekere weg naar mislukking.

“In sommige gevallen kan je het vergelijken met wat je binnen je huis voelt als er een vrachtwagen voorbijrijdt op straat”, tja, een klassieker uit het repertoire. Het moet Groningers bekend in de oren klinken. Jarenlang hebben zij dit moeten aanhoren in verwoede pogingen van de operator om de mogelijke gevolgen van de geïnduceerde seismiciteit te bagatelliseren.

Op woensdag 26 december 2018 publiceerde het VITO een promofilmpje op facebook en twitter, met als titel Is er een verhoogd risico op aardbevingen door diepe geothermie?. Een schoolvoorbeeld van een poging tot communicatieve schadebeperking die volledig de mist ingaat, als je het mij vraagt. “Het risico op aardbevingen is nihil”, u leest het goed, nihil! Geen enkele geoloog zou ooit zo’n uitspraak over de lippen krijgen. Het publiek een nulrisico voorhouden, is gewoon de mensen iets wijsmaken. De voorbeelden van onverwacht zwaardere, geïnduceerde aardbevingen vullen zo stilletjesaan de wetenschappelijke literatuur. Al is de kans op een zwaardere aardbeving ontzettend klein, zeker bij een strik gereguleerde productie en injectie (aan de hand van een meet- en regelprotocol), de kans is niet nul in een kritisch gespannen diepe ondergrond vol met breuken. Enkel wetenschappelijk onderzoek kan uitmaken hoe klein (of groot) de kans op zwaardere aardbevingen effectief is. Vervolgens wordt in het promofilmpje nog eens de indruk gewekt dat een geothermisch reservoir eigenlijk een soort ondergrondse tank is waarin de druk op een eenvoudige manier gelijk gehouden wordt (zie ook ‘Nu ook geïnduceerde aardbevingen in Vlaanderen’). Quod non! En om alles finaal nog kapot te relativeren, worden er “heel kleine lichte aardbevingetjes [let op het verkleinwoordje] zoals er duizenden ontstaan in België bijgesleurd. Ik zou echt niet weten over welke aardbevingetjes het gaat.

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard

In een poging om het tij te keren in het Groningse debacle, verklaarde de Nationaal Coördinator Hans Alders ooit (2015) dat het vertrouwen te voet komt en te paard gaat … en dat hier [in Groningen] de paarden wel heel hard gelopen hebben”. Jarenlange, al of niet bewuste, desinformatie en bagatellisering van mogelijke gevolgen van de gaswinning hebben ervoor gezorgd dat het vertrouwen in de operator volledig weg is bij de Groningers. En dat het vertrouwen nog ooit terugkomt, is zeer twijfelachtig. Ik volg nu al jaren het Groningse debacle. Recent heb ik daar nog een artikel over geschreven in Seismological Research Letters, meer specifiek rond al wat fout is gelopen in de wetenschapscommunicatie (zie ‘Waarom liep het fout met de wetenschapscommunicatie in Groningen?’). En dan zie ik teveel parallellen tussen het Groningen van toen en het Balmatt van nu.

Geothermie, als duurzame energiebron, heeft (nog altijd) een breed draagvlak bij de burger in Vlaanderen, al kent hij of zij er ontzettend weinig van. In dit kader is het door de KVAB bekroonde educatieve project van het VITO alvast lovenswaardig. Maar dat draagvlak kan snel verloren gaan. Als het brede publiek in het ongewisse wordt gehouden over de mogelijke risico’s verbonden aan het geothermieproject, hoe denk je dat ze gaan reageren bij de eerste aardbeving die ze voelen, of bij de eerste aardbeving die een scheur in een muur veroorzaakt? Geloof me of geloof me niet, maar de communicatieaanpak, die het VITO nu hanteert, is de snelste weg om het draagvlak voor geothermie te verkwanselen. En zoals met vertrouwen, ook het draagvlak gaat te paard … en komt misschien ooit terug te voet.

Lessen uit Groningen

Een belangrijke les uit het Groningse verhaal is toch dat transparante, heldere en eerlijke communicatie cruciaal is om het brede publiek, en vooral de direct betrokken burgers en beleidsmensen, aan boord te houden. Het is een illusie te geloven dat de burgers de façade van een good news show uiteindelijk niet doorprikken.

Het VITO zou als eerste stap een voorbeeld kunnen nemen aan de NAM, de operator van het Groningse gasveld. Op hun webstek Feiten en cijfers is alle mogelijke informatie te vinden over de lopende gaswinning, van gasdruk in het reservoir tot geïnduceerde seismiciteit. Bovendien vind je op de webstek Aardbevingen aan de hand van een eenvoudig dashboard de stand van zaken van het meet- en regelprotocol. En uiteindelijk heb je als burger, beleidsverantwoordelijke, of geïnteresseerde wetenschapper, toegang tot alle mogelijke Onderzoeksrapporten die betrekking hebben op de Groningse gaswinning en de gevolgen. Zeg nu zelf, dit staat toch in schril contrast met de huidige webstek over de Balmatt-site van het VITO.

Met het oog op de toekomst van diepe geothermie in Vlaanderen kan ik alleen maar hopen dat het VITO snel het geweer van schouder verandert, vooral op het vlak van communicatie. Groningse toestanden in de Kempen kunnen we zeker missen als kiespijn.


Zie ook:

 

 

 

 

Discussion

3 thoughts on “Gronings déjà vu …

  1. Scheuren die in muren ontstaan door mijnbouw zijn mijns inziens gewoon niet acceptabel, moeten dus ook niet acceptabel gevonden worden. Het gaat van kwaad tot erger. Aangezien de schade door menselijk handelen veroorzaakt wordt vind ik het zeer onlogisch en onrechtvaardig, dat schade aan andermans goederen mag worden aangedaan. Ondanks een ‘regeling’ (in NL-wet) dat ‘bewezen (..) schade vergoed wordt’ blijkt telkens weer, dat dit ‘lapje voor het bloeden’ volstrekt onvoldoende recht doet aan de ervaren schade. In Engeland is een zeer streng systeem voor fracking geldend, en dat is niet voor niets. Misschien is iets soortgelijks voor Vlaanderen een idee. Want de tijd van ‘we doen maar en we zien wel’ (‘best practice’) is een beetje voorbij. Kennis en kunde zijn er niet voor niets. Nu er gespannen breuken bleken, moet je daar niet mee spotten. Dan is geothermie daar een ‘no go’, lijkt mij dan. Net als bij Groningen, Limburg, waar ook geothermieprojecten stopgezet zijn. Zijn er überhaupt representatieve simulaties uitgevoerd op welke effecten die ‘waterverplaatsing onder druk ondergronds’ hebben kan in de verschillende ondergrondse omstandigheden? Just asking. Misschien dan ‘een andere vorm van geothermie’ uitvinden? Meer als ‘gesloten vorm’, wellicht, dus door slangen/buizen. Dan voorkom je in ieder geval ‘verplaatsing’. Misschien technisch onhaalbaar of erg duur, maar ja, de huidige geothermierisico’s van de ‘open systemen’ moet je toch serieus nemen en niet ‘maar afwentelen op het gebied’. Toch? Lijkt mij duidelijk. Vriendelijke groet, A. de Dood-Matze, Oudewater, NL.

    Like

    Posted by Annita de Dood-Matze | December 29, 2018, 1:45 pm

Trackbacks/Pingbacks

  1. Pingback: De aardbeving te veel? | EarthlyMatters - June 26, 2019

  2. Pingback: Groningen déjà vu: aardbevingsrisico's van Vlaamse diepe geothermie | FluxEnergie - January 2, 2019

Leave a comment

Follow EarthlyMatters on WordPress.com